Vinaora Nivo Slider 3.xVinaora Nivo Slider 3.xVinaora Nivo Slider 3.x
Historische kas
Boek ook eens een rondleiding

Cornelia van Wouw (geboren 21 januari 1600) was een ongehuwde telg uit een Haags regentengeslacht. Zo was Cornelia's grootvader, Jacobus van Wouw, burgemeester van Den Haag en bekleedden veel van haar familieleden allerlei bestuursfuncties in de stad. Cornelia liet bij haar dood haar hele vermogen na aan de naar haar genoemde stichting van liefdadigheid.

Lees meer: Cornelia van Wouw (1600 - 1681)

Achter de Hof Van Wouw lag van oudsher een moes- en bloementuin, stijlkundig ingericht en bestemd voor Cornelia van Wouw en haar familieleden. Tot het midden van de negentiende eeuw heeft de tuin haar functie van vruchtenleverancier nog vervuld.

Bij de eerste restauratie van de Hof Van Wouw in de jaren vijftig werd besloten tot de herinrichting van de tuin naar 17e eeuws voorbeeld. De tuinarchitecte Polak Daniëls maakte het huidige ontwerp. Na de tweede restauratie in de jaren negentig van de vorige eeuw werd dit ontwerp uitgebreid en aangevuld. De reconstructie werd financieel gesteund door o.a. de gemeente Den Haag, het Prins Bernhard Cultuur Fonds, het Fonds 1818, de Gravin van Bylandt Stichting en het Thurkow Fonds. De bijzondere tuin kreeg de naam: "Tuin der Hesperiden".

De naam is ontleend aan de Griekse mythologie, namelijk aan de Hesperiden, de dochters van Atlas. In hun (verborgen) tuin stond de levensboom waaraan gouden, eeuwige jeugd schenkende appels groeiden. In de westerse cultuur wordt een verband gelegd tussen die appels en de "goud" kleurige sinaasappels, zoals die heden ten dage in de tuin achter de Hof Van Wouw groeien. Naast hagen van lei-peren, een vijgenboom, een oude moerbeiboom, een grote walnootboom en diverse vruchtbomen is de grootste attractie van de tuin een collectie van ruim twintig verschillende soorten citrusbomen, een zogenaamd "Aurantium". Dit is representatief voor de periode van het ontstaan van de tuin en is gebaseerd op de verdwenen verzamelingen van het Stadhouderlijk Kwartier, de Oude Hof (Paleis Noordeinde) en het afgebroken Paleis Honselaarsdijk.

Om deze unieke Tuin, een prachtig stukje cultureel erfgoed in de binnenstad van Den Haag, in stand te kunnen houden organiseert De Hof van Wouw een paar keer per jaar tuindagen, waarvan de opbrengst geheel ten goede komt aan de tuin. 

 

 

De stichting De Hof van Wouw (fiscaal nummer: 0039.11.378 en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Haaglanden onder nummer 41150711) is gelegen aan de Lange Beestenmarkt 49-85, 2512 EC ’s-Gravenhage.

De stichting heeft ten doel om tegen verminderde prijs huisvesting te verlenen aan alleenstaande vrouwen, zo mogelijk van Christelijke huize, in afzonderlijk daarvoor bestemde huisjes, eigendom van de Stichting, en de zorgvuldige instandhouding van de aan de Stichting in eigendom toebehorende onroerende zaken, met name de historische gebouwen en tuinen, in overeenstemming met de Overheidsvoorschriften inzake monumentenbeheer, benevens de aan de Stichting toebehorende roerende zaken.

De stichting wordt bestuurd door het College van Regenten bestaande uit

·         Mevrouw Drs. J.C.M. Kamerlingh Onnes, Regentes-secretaris

·         Mevrouw C.J.A.E. Kamerlingh Onnes, Regentes

·         Dhr. Mr. J.H. Pelle, Regent-rentmeester

en twee toeziend-regenten

·         Dhr. Mr J.R.E. Kielstra, tevens notaris van de stichting, en

·         Dhr. D. Wagenaar Hummelinck.

De bestuurders ontvangen geen vergoeding. De stichting heeft geen personen in dienst, maar wel ongeveer 50 vrijwilligers van wie sommigen af en toe een vrijwilligersvergoeding ontvangen.

Om het voortdurende onderhoud van de uit 1647 stammende gebouwen en de tuinen te kunnen bekostigen is het beleid om voor nieuwe bewoonsters de huren te baseren op het VROM-puntenstelsel. Tevens wordt een beroep gedaan op de beschikbare BRIM subsidies en wordt de Hof regelmatig opengesteld om extra inkomsten te verwerven. Voor incidentele onderhoudsprojecten wordt zoveel mogelijk een beroep gedaan op particuliere fondsen.

 

Het financieel (jaar)verslag van De Hof van Wouw is gepubliceerd op www.kennisbankfilantropie.nl

 

 

 

Naarmate de urbanisatie in Nederland zijn beslag krijgt,  zo in de loop van de 13de eeuw, ontstaat geleidelijk aan een tot dan toe onbekend probleem: ouderen huisvesting.

Aanvankelijk hadden de woningen in de stad dezelfde vorm en afmetingen als de huizen die op het platteland en in de dorpen gangbaar waren: ruime drieschepige boerderijen die al eeuwenlang, vanaf de Bronstijd, in gebruik waren. Woningen die ruimte boden aan een hele familieclan. Naarmate de ommuurde- of omgrachte steden echter volgebouwd raakten moesten nieuwe woningen wel kleiner en compacter gebouwd gaan worden. Zo ontstaat een nieuw en tot dan toe onbekend huistype, het stadshuis, gekenmerkt door een klein vloeroppervlak en verdiepingen. Een dergelijk huis bood slechts onderdak aan één gezin.

Het gevolg van het in gebruik raken van deze kleine ééngezinswoningen is dat er, letterlijk, geen ruimte meer overbleef om opa en oma te huisvesten...

Om bejaarden toch onderdak te kunnen bieden ontstonden de volgende mogelijkheden:

 Gasthuizen
 Begijnhoven
 Heilige Geest Broederschappen
 Proveniershuizen
 Kameren of Hofjes

Gasthuizen - kerk

Het ondernemen van pelgrimstochten neemt in de 7e en 8e eeuw op een zodanige manier toe dat er in sommige gebieden problemen ontstaan met het tijdelijk onderbrengen van pelgrimgangers. De kerk gaat er zich dan mee bemoeien en in 816 verschijnt er dan ook een pauselijke verordening die het bisschoppen verplicht om in hun gebieden een Gasthuis te stichten.

Deze gasthuizen hebben een tweeledig doel:

1) Het verschaffen van onderdak aan vreemdelingen, voornamelijk pelgrims, waarbij bepaald werd dat de verblijfsduur niet meer dan drie dagen mocht zijn.

2) Het verlenen van armenzorg waarbij het verschaffen van maaltijden de voornaamste taak was.  

Later, in de dertiende eeuw, treedt er meer en meer een specialisatie op, waarbij de gasthuizen zich op twee gebieden toelegden:

a)  De bejaardenzorg.
Iemand kon zich inkopen in een gasthuis. Deze "kostkopers" ook wel proveniers genoemd voorzagen zichzelf op deze wijze van een verzorgde oude dag.
Een Haarlems voorbeeld hiervan is het Antonie Gasthuis.
b) De ziekenzorg.
De voorlopers van onze ziekenhuizen. Soms vond specialisatie plaats en legde men zich toe op het verplegen van bepaalde ziektes, bijvoorbeeld de pesthuizen.
Een Haarlems voorbeeld is het Sint Elisabeths- of Grote Gasthuis.



Begijnhoven - kerk ( 12e eeuw )

Een tussenvorm tussen klooster en gezinsleven is het in de 12e eeuw ontstane begijnhof. Men dient hier wel een gelofte af te leggen maar men is vrij om het hof te verlaten. Overigens zijn begijnhoven niet bedoeld voor louter bejaarden.

De bouwwijze van een begijnhof vertoont veel overeenkomsten: kleine huisjes gegroepeerd rond een bleekveldje waarbij een kruidentuin bijna nooit ontbreekt.

Een begijnhof is een fenomeen dat men bijna uitsluitend in de Nederlanden, het huidige België en Nederland, tegenkomt.

In de Noordelijke Nederlanden (Nederland) zijn er van de oorspronkelijk 40 hoven nog twee over (Amsterdam en Breda). In de Zuidelijke Nederlanden (België) zijn de hoven bijna allemaal blijven bestaan.

 

Heilige Geest Instellingen - stedelijke overheid ( 13e / 14e eeuw )

Vanaf de tweede helft van de 13e eeuw gaat ook de stedelijke overheid zich met sociale voorzieningen bemoeien. Hiertoe worden de Heilige Geest Broederschappen opgericht die in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, geen enkele band met de kerk hebben.

Het voornaamste doel van een Heilige Geest Broederschap is het helpen van de armen. De leden, de broeders, worden benoemd en gecontroleerd door het stadsbestuur. In de praktijk blijkt dit een betrouwbaarder systeem te zijn dan de vaak nogal corrupte kerkelijke instanties.

Na de Reformatie, als de rol van de kerk in de Noordelijke Nederlanden wegvalt, zien we dat kloosters en begijnhoven verdwijnen en dat de gasthuizen ziekenhuizen worden.

De stadsregering stimuleert de bejaardenzorg. Voor de arme leden van de stadsbevolking worden Oudemannen- en Oudevrouwenhuizen opgericht terwijl de rijke(re)n, degenen die de inkoopsom op konden brengen, terecht konden in de Proveniershuizen.

 

Hofjes - ( 14e eeuw )

Vanaf het midden van de 14e eeuw ontstaan uit al de genoemde instellingen, of delen of combinaties daarvan, de Hofjes zoals wij die vandaag de dag kennen.

Een hofje is een oer-Hollands fenomeen. Afhankelijk van wat voor definitie voor hofje gehanteerd wordt zijn er 144 van in ons land waarbij er zich 24 buiten Noord- en ZuidHolland bevinden.

Hofjes zijn knusse schilderachtige huisjes gegroepeerd rond een tuin en bijna altijd voorzien van een pomp en een poortje maar bovenal worden ze gekenmerkt door een welhaast weldadige rust.

Als negatief effect wordt wel de sociale controle van de bewoners onderling naar voren gebracht maar daar staan heel wat positieve zaken tegenover. Alleen al het niet verkommeren van de bejaarde door met name de burenhulp wordt als een groot goed ervaren. Recent wetenschappelijk onderzoek naar de meest ideale woonvorm voor bejaarden heeft het eeuwenoude hofje op de eerste plaats gezet.

Hofjes waren tot enkele decennia terug voor een bezoeker uiterst romantische huisjes terwijl ze voor een bewoner vaak donker, vochtig, onpraktisch en vaak tamelijk bouwvallig waren.

De belangstelling van bejaarden voor een plaatsje in een hofje neemt in de periode van de wederopbouw, na 1945, af ten gevolge van de grote belangstelling voor de nieuw gebouwde bejaardentehuizen. In de studentensteden Amsterdam en Leiden worden vrijkomende plaatsen in een hofje dan ook meer en meer ingenomen door studenten wat de unieke hofjessfeer, voorzichtig uitgedrukt, doet afnemen.

In het midden van de 80er jaren van de 20e eeuw vindt er dan een omslag plaats: het toenmalige ministerie van WVC maakt van hofjes "cultuurmonumenten" met als gevolg dat er subsidies verstrekt worden die tot ingrijpende restauraties leidden. Momenteel zijn het grootste deel van de Nederlandse hofjes grondig onder handen genomen. Naast omvangrijke uitwendige restauraties hebben heel wat hofjes ook een grote inwendige aanpassing aan de hedendaagse wooneisen ondergaan. Zo is bij heel wat hofjes geschoven met de tussenmuren waardoor de woninkjes groter, moderner en comfortabeler geworden zijn. Doordat zij nu aan de eisen van een moderne eenpersoonswooneenheid voldoen, is de belangstelling om er te wonen enorm gestegen. Menig hofje heeft een wachtlijst voor belangstellenden waar vele tientallen namen op prijken.

 

Hofjes zijn globaal in drie categorieën te verdelen:

1) particuliere stichtingen. Deze groep hofjes is gesticht door particulieren. Meestal rijke mensen die een deel van hun vermogen, meestal na hun dood, willen besteden aan liefdadigheid. Met name in de 17e en 18e eeuw kwam dat vaak voor. Het stichten van een hofje gaf ontegenzeggelijk aan een familie een zekere status. Een gevelsteen onder-streepte die goedheid dan nog eens overduidelijk. Een veelzeggende tekst luidde dan ook: Mevrouw X laat hier haar liefde en godsdienst blijken, den armen tot troost - tot voorbeeld van de rijken. Een zekere mate van ijdelheid is hier niet vreemd aan.


2) kerkelijke stichtingen.  Hofjes die in het leven geroepen zijn door kerkelijke instellingen van weldadigheid. Hieronder vallen behalve de oude gasthuizen ook de na de reformatie, in navolging van Heilige Geest Stichtingen, gestichte hofjes.
 

3) stedelijke overheid stichtingen. Hieronder vallen de door de Heilige Geest Broederschappen gestichte hofjes, waarvan er velen zich in de loop der eeuwen losgemaakt hebben van de stedelijke banden of een min of meer zelfstandig onderdeel uitmaken van gemeentelijke woningbouwcorporaties.

De organisatie van de Hof van Wouw is in 1647 ondergebracht in een stichting.
Het bestuur hiervan wordt als vanouds geleid door een College van Regenten die in erfelijke lijn testamentair belast zijn met de instandhouding van de Hof. Zij zijn als vrijwilligers aan de Hof verbonden.
Een door dit College aangesteld beheerders-echtpaar draagt zorg voor de dagelijkse gang van zaken, waarbij de zgn binnenmoeder het wel en wee van de bewoonsters bewaakt en de beheerder zich in eerste instantie bezig houdt met het onderhoud van woningen, hof en tuin.


Daarnaast is een groot aantal vrijwilligers inzetbaar bij het onderhoud van de Tuin der Hesperiden, het rondleiden van bezoekers en de communicatie-uitingen.


Voor de organisatie van deze activiteiten zijn een PR-commissie en een Tuin-commissie in het leven geroepen. De eerste commissie verzorgt het drukwerk en de website, organiseert publieksevenementen en onderhoudt contacten met de media. De Tuin-commissie regelt de beplanting en het onderhoud van de fruitbomen, de vergeten groenten en kruiden in de Tuin der Hesperiden en begeleidt nieuwe vrijwilligers met groene vingers.  

 

college van regenten2 klein

College van Regenten

Cornelia van Wouw was een ongehuwde telg uit een Haags regentengeslacht. Zo was Cornelia's grootvader, Jacobus van Wouw, burgemeester van Den Haag en bekleedden veel van haar familieleden allerlei bestuursfuncties in de stad. Cornelia liet bij haar dood haar hele vermogen na aan de naar haar genoemde stichting van liefdadigheid. Van dit vermogen kregen de bewoonsters elke maand een kleine uitkering en ook moesten de gebouwen hiervan worden onderhouden. Bij haar dood heeft de stichteres bepaald dat de nakomelingen van haar broers en zuster de Hof zouden moeten besturen, iets dat tot op heden in ere wordt gehouden. Het College van Regenten wordt gevormd door twee regentessen en een regent. Zij worden bijgestaan door twee toeziend regenten waarvan er één de notaris van de stichting is.

Aan de oprichting van de Hof Van Wouw is onverbrekelijk een beroemde legende verbonden:  

 Over de vrouw die twee keer stierf.......

 

Op het portret staat de stichtster met op de achtergrond het Hofje en haar hand op een geschrift. Dit laatste verwijst vermoedelijk naar het feit dat deze ongetrouwde Haagse verhandelingen schreef over pedagogische onderwerpen, ofschoon zij ongehuwd en kinderloos was. Misschien dat de gedragingen van haar vele neefjes en nichtjes aanleiding zijn geweest tot het samenstellen van deze geschriften waarvan tot op heden nooit iets is opgedoken.

 

Portret Cornelia van Wouw

          

Portret Cornelia van Wouw

 

 

 

                   

                     

 

Komende evenementen

Geen evenementen

Nieuws